Griekse voorstelling van de schepping van de ‘mens’ door de ‘Goden’
De Wetenschappers weten het zelf ook niet meer…
Dus gaan we het nu zelf maar eens uitzoeken. Het kost wat tijd en geduld, maar er is heel veel op het internet terug te vinden. Gegevens spreken elkaar tegen, dus wat ons dan te doen staat is de feiten naast elkaar leggen en vergelijken. Daarin een rode draad zien te ontdekken en er de logica op os te laten.
De Huidige Mens heeft haar oorsprong, na de laatste ijstijd via de Sumeriërs, dat kunnen wij gevoegelijk vast stellen. Dat dit niet de ‘eerste’ of ‘enige’ menselijke manifestatie is komt misschien later nog eens aan de orde.
De Sumeriërs leefden volgens de huidige geldende historische aannames zo’n 4000 jaar voor de Bijbelse tijden in Zuid Irak. Dat is globaal 6000 jaar terug in de tijd in een gebied dat wij hebben geleerd te kennen als “Mesopotamië” ofwel “Twee Stromen land”, dat is gelegen tussen de rivieren de Eufraat en de Tigris. De Sumeriërs werden echter voorafgegaan door de (om een vage reden) nauwelijks bekende Akkadeën of Akkadiërs. Als we mogen stellen dat culturen een bloeitid kennen van zo’n 1000 tot 2000 jaar, dan komen we voor het ontstaan van de Akkadeën uit op een historisch periode van 8000 jaar geleden. Er even van uitgaande dat een bloeiperiode ook een ‘aanlooptijd’ kent, net zoals het een periode van neergang kent, komen we al heel dicht bij het einde van de laatste ijstijd. Volgens de “Geleerden” ongeveer 10.000 jaar geleden. Wij kunnen ons hierbij nog nauwelijks een voorstelling maken hoe lang geleden dit moet zijn. Op school leren wij dat de mensheid toen nog als primitieve volkeren het ‘stenen tijdperk’ leefden als rondtrekkende ‘jagers-verzamelaars’.
De gevestigde Archeologie stelt dat het Sumerische rijk zo’n 4000 jaar voor Christus op haar hoogtepunt stond. Vertaalde kleitabletten leren ons dat het einde van het Sumerische rijk samen viel met de opkomst van de Eerste Egyptische dynastie, rond 3.400 jaar voor Christus. De Sumeriërs bestonden echter al vér voor deze tijd en daarvóór dus ook nog de Akkadeën!
Er zijn zelfs Sumerische bronnen (kleitabletten) die spreken over koninkrijken van vóór de “Grote Vloed”. Gevonden tabletten, de “lijst van de Assyrische koningen” (hier Rechts) reppen hier over regerings periodes van hun vorsten van vele Tienduizenden jaren, (gerekend in hun periodes zijnde; Sars, Ners, en Sosses, van 3600 jaar, 600 jaar en 60 jaar). Dit terwijl de tegenwoordige historici nog altijd vasthouden aan inmiddels onrealistische periodes als 4.000 tot 3.400 voor Christus! Een Sumerische lijst van erfopvolging waar de Bijbel zelfs nog een puntje aan kan zuigen, maar die met de beste wil van de wereld dus niet kan kloppen !
Een beknopt voorbeeld:
Tot de grote vloed …
“… Alalnagar regeerde 36.000 jaar, daarvoor twee koningen voor 64.800 jaar, daarvoor toen de stad ‘Eridu viel’, regeerde En-Men-Lu-Ana in ‘Bad Tibira’ voor 43.200 jaar. En-Men-Gal-Ana regeerde 28.200 jaar. ‘Dumuzid’, ‘de herder’ regeerde 36.000 jaar. Dumuzid, wort ook ‘de visser’ genoemd en was koning na de Grote Vloed (tussen ‘Lugalbanda en Gilgamesh’). 3 andere koningen regeerden 108.000 jaar, daarna kwam En-Sipad-Zid-Ana uit ‘Larak’ en regeerde 28.800 jaar. Na hem kwam En-Men-Dur-Ana en regeerde 21.000 jaar. In ‘Shuruppak’ regeerde Ubara-Tutu 18.600 jaar. 1 andere Koning regeerde 18.600 jaar. In 5 steden regeerden 8 koningen gedurende 241.000 jaar …”
Dit ziende en lezende zegt onze innerlijke stem; ‘ja daaaag …’ dat is toch pure fantasie’ ! ‘Dit zijn Mythes, en die zijn nooit waar’. En dan doen onze “Geleerden” het dus af als ‘Bijgeloof’ of desnoods als ‘hun’ godsdienst en noemen de genoemde figuren ‘Goden’. Goden waaraan je natuurlijk allerlei ‘magische’ krachten kunt toekennen die je op ‘wetenschappelijke’ wijze moeilijk kunt verklaren.
Dus door deze geschiedenis in de hoek te plaatsen van een vorm van ‘bijgeloof’ doe je ontzettend veel onrecht aan de enorme nauwkeurigheid en gedetailleerdheid waarmee deze kleitabletten ‘bibliotheken’ zijn samengesteld en opgebouwd’. Nog afgezien van het feit dat deze teksten na 6000 tot 8000 jaar nog net zo leesbaar zijn als toen zij werden vervaardigd. Gebakken klei wordt steen en vergaat in principe niet ! Dit in schril contrast met onze huidige bibliotheken van papier, da al na 400 jaar uiteen beginnen te vallen. Alleen Perkamenten houden het langer uit, maar ook niet meer dan 1000 jaar ofzo. De manier waarop wij omgaan met de oeroude Sumerische teksten is van een verachtelijk laag en arrogant niveau. Na 20% te hebben vertaald van de 500.000 gevonden teksten denken wij het nu wel te weten en schuiven verdere vertaling terzijde al ‘erg veel werk’, ‘tijdrovend’ en natuurlijk vooral ‘te duur’ ! Wij willen het eigenlijk niet weten, want dan moet de hele geschiedenis worden herzien, boeken veranderd …. moet ons ‘vertrouwde wereldbeeld’ worden herzien …, dat is zo’n gedoe, dus ‘laat maar’…
Bij deze in onze ogen dus onrealistisch lange ouderdom en ‘onmogelijk’ lange regeringsperiodes dienen wij ook voorzichtig in het achterhoofd te houden dat deze ‘vóór-Sumerische volkeren’ de nazaten zijn van de (buitenaardse ‘goden’) Anunaki, die zich, in de hier beschreven tijden, toen op aarde vestigden. De Anunaki waren geen aardse mensen en kwamen van een andere planeet in ons zonnestelsel die zij zelf Nibiru noemden. De kleitabletten verslagen laten ons weten dat de Anunaki ons mensenras door genetische manipulatie ‘schiepen’ naar hun evenbeeld !
Nibiru blijkt een (natuurlijk niet door de wetenschap erkende) ‘planeet’ in ons zonnestelsel te zijn die in een lang gerekte baan in 3.600 jaar om de zon draait. Het hoe en waarom laat ik hier gemakshalve maar even buiten beschouwing. Om de kou in de verre ruimte te weerstaan proberen de Anunaki warmteverlies in hun atmosfeer te voorkomen door ‘goud stof’ in los te laten, net zoals op aarde wordt getracht een te grote warmte opname van de zon te voorkomen door stoffen in onze atmosfeer te sproeien.
Onder; de DNA manipulatie in volle gang onder toeziend oog van ENKI vanuit zijn ruimteschip.
De ruimtereizigers (met vleugels) ondersteunen de Anunaki hier op de aarde. Dit houdt in dat de mensheid waarschijnlijk een ‘hybride’ ras is met de genetische eigenschappen van onze buitenaardse makers. Om deze reden konden de eerste koningen dan ook de zelfde ouderdom bereiken als de Anunaki. De menselijke ouderdom is naderhand blijkbaar door onze makers om onduidelijke redenen via ons DNA kunstmatig verlaagd. Dit moeten wij maar even als gegeven aannemen en eerst gewoon even verder lezen.
Wat wij overigens niet leren, gewoon omdat groepen historici het niet met elkaar eens kunnen worden over de noodzakelijke aanpassingen in de lijn van de geschiedenis, is het feit dat er vóór de Sumeriërs nog een andere beschaving heeft bestaan, namelijk de Akkadiërs of Akkadeën. Zij worden ook genoemd in de oer oude teksten, maar de ‘wetenschap’ kan niet accepteren dat hiermee de Sumeriërs NIET de oudste beschaving was waaruit de landbouw en veeteelt is ontstaan en daardoor de moderne mens, die sindsdien in steden is gaan leven waar wetten gingen gelden.
Omdat de eerste menselijke cultuur van de Sumeriërs door ‘wetenschappers’ wordt geschat op een ouderdom van zo’n 5.500 jaar voor Christus, valt dit in de logica van de historici nog net te rijmen met de menselijke ontwikkeling van ná de laatste IJstijd. Maar wanneer wij er nog een cultuur ‘tussen moeten passen’, klopt de chronologie niet meer met de Archeologische ‘feiten’. Dan klopt de bestaansperiode van allerlei hier weer mee verbonden volkeren niet meer. Los van het feit nog dat de Akkadeën dan hun oorsprong moeten hebben gehad in een tijd dat er nog een IJstijd heerste, toen ‘de eerste mensen’ nog in grotten leefden en zich voedden met de jacht op wilde dieren. Wij leefden toen nog in het ‘stenen tijdperk’, maar klopt dit verhaal wel?
Wij kennen de Sumeriërs tegenwoordig natuurlijk vooral vanwege de half miljoen in Irak gevonden ‘kleitabletten’. Er zijn daar zo’n 500.000 tabletten gevonden. (waarvan nog maar slechts 20% is vertaald). Nu blijkt er uit meerdere gevonden teksten dat deze overleveringen spreken over het feit dat 432.000 jaar vóór de Zondvloed een volk der Anunaki, vanuit de hemel op de aarde neerdaalden. Zij blijken afkomstig te zijn van een planeet Niburu” die om onze zon draait en afkomstig zou zijn uit de “grote ketting”.
(de Astroïden gordel). We lezen letterlijk hoe deze wezens, (door de vroegere vertalers van de tabletten, bij gebrek aan een betere beschrijving ‘Goden’ genoemd), naar de aarde kwamen en in wat nu de “Perzische Golf” heet met hun ‘ruimtevaartuig landden. (Annunaki– betekent dan ook letterlijk “zij die uit de hemel neer daalden” en op aarde landden). Zij voorzagen zichzelf daarna uiteraard van een geschikt onderkomen voor zichzelf en begonnen aan hun taak van het winnen van goud voor hun thuisplaneet.
De hele hierboven beschreven ellenlange koningslijst werd gemakshalve dus afgedaan als “Sumerische mythologie”, een (bij-) geloof, om zichzelf ‘een plaats in hun eigen ontstaansgeschiedenis te geven. Hiermee deze volkeren wegzettend als “ach ja, ze wisten niet beter”. De ironie wil nu, dat door zeer recente ontdekkingen in ons menselijke DNA, deze volkeren donders goed wisten waarover zij schreven en dat nu juist onze wetenschap haar werk doet van onder een glazen stolp vandaan en weigert daarbuiten te komen kijken.
Zij blijven tegen beter weten in hardnekkig vasthouden aan een tijdlijn waar de mens tussen 60.000 en 140.000 jaar geleden in Afrika is ontstaan en zich van daaruit over de aarde heeft verspreid. (van 60 tot 140 duizend jaar is overigens wel een hele grote onzekerheidsfactor…). Recent DNA onderzoek toonde aan dat een Amerikaan met een Afrikaanse afkomst een afwijkend Y-chromosoom bezat, dat niet in de bekende databases van het 60-140.000 jaar onderzoek voorkwam. Nader onderzoek wees uit dat het DNA van deze persoon wees op een oorsprong van 340.000 jaar geleden ! Dat is ruim 2 1/2 keer zo oud als wat nu als norm geldt en zich concentreert in Kameroen (maar onomstotelijk dichter in de buurt komt van wat de kleitabletten beweren!). Het probleem daarbij is dat dit veel ouder is dan de oudste menselijke resten, die de ‘wetenschap’ op zo’n 195.000 jaar houdt.
https://www.newscientist.com/article/dn23240-the-father-of-all-men-is-340000-years-old/
(Waarom zochten zij juist goud? Omdat goud een van de bestanddelen bleek te zijn wat zij nodig hadden om de atmosfeer van hun thuisplaneet te herstellen. Dit is geen verzonnen toepassing. Ene Dr. Edward Teller -van de Watersofbom- en enkele andere vergelijkbare wetenschappers hebben berekend dat het repareren van ons Aardse “Ozon Gat” kan worden volbracht door microscopisch ‘goudstof’ in de hogere lagen van de atmosfeer te verspreiden om ongewenste UV-straling tegen te houden).
Oorspronkelijk waren de Anunaki van plan het goud uit het zeewater te onttrekken, maar dat was een erg langzaam, nauwkeurig proces dat uiteindelijk niet de noodzakelijke hoeveelheden opleverde. Zoekend naar efficiëntere manieren kwamen zij op het ontginnen van puur goud uit de aardbodem.
Maar nu deed zich weer een ander probleem voor, want zij kwamen hier als hoog intelligente ‘ruimtevaarders’ en zagen zichzelf nu gedegradeerd tot mijnwerkers om goud uit vieze, gevaarlijke, warme mijnen te delven. De meesten waren daar niet van gediend en er werd daarop door veel gedegradeerden ‘gestaakt’. Dit leidde vervolgens tot overleg op hoog niveau tussen de officieren of de leiding. Daar klonken geluiden om deze opstand met harde hand neer te slaan en de opstandelingen desnoods te doden. Andere raadsleden waren milder van opstelling, totdat de ‘wetenschappelijk officier’ ENKI met een voorstel kwam en zei, ‘ik heb hier dat laboratorium in ‘ABZU’ (dat volgens de ‘huidige’ taalgeleerden een zeer oude benaming is voor Afrika). Ligt hier een verband met de hierboven genoemde “DNA pool” in Kameroen?(https://shebtiw.wordpress.com/underworld/sumerian/abzu/)
ENKI stelt voor om via DNA manipulatie de primitieve aap-achtigen zo te manipuleren dat zij geschikt zouden kunnen worden gemaakt om bepaalde taken uit te voeren en hen in de mijnen goud te delven. Het oppercommando stemde daarmee in, alhoewel er uit de gevonden kleitablet teksten wel blijkt dat er tussen de Anunaki toen ook al ‘ethische’ discussies ontstonden rondom ‘Klonen’ en ‘DNA manipulatie’ zoals wij die nu tegenwoordig ook tegenkomen. Enkele leiders bleken bezwaar te hebben om ‘scheppend’ werk te verrichten. ENKI speelde dit met positief resultaat politiek uit door te beargumenteren dat zij niets zouden ‘scheppen’ maar alleen een bestaande soort zouden ‘verbeteren’. Er wordt zelfs beschreven hoe dat ging ! Zij namen het vruchtbare weefsel van een aarbewoonster en het materiaal van een mannelijke Anunaki. De ontstane kruising noemden zij de ‘Adama’ wat natuurlijk later bekend is geworden als de Adam, de eerste mens’ uit de Bijbel, een ‘Hybride’ soort dus.
Wij moeten wel begrijpen dat dit niet van de ene op de andere dag plaatsvond. Hier waren duizenden jaren mee gemoeid. De eerste mensachtigen waren meer als ‘Muildieren’. Een kunstmatige soort die zelf geen nakomelingen kan krijgen .Maar de Anunaki bleven met het DNA sleutelen, totdat zij uiteindelijk iets hadden dat wij nu kennen als de ‘Cromagnon’ Mens (moderne mens) die in staat was om zichzelf voort te planten.
Deze denkwijze verklaart ook waarom de ‘wetenschap’ nooit in staat is geweest om de ‘ontbrekende schakel’ te vinden tussen de Oermens (de Neandertaler of een voorloper hiervan o.i.d.) en de huidige mens, om de simpele reden dat die er niet is ! Wij zijn uit een reageerbuis ontstaan en niet via het Darwinistische principe.
Eenmaal in staat om ons voort te platen bleek de mensensoort zich te vermenigvuldigen ‘als Konijnen’. Dit zagen de Anunaki weer met lede ogen aan, totdat er geluiden rezen dat het uit de hand begon te lopen, ook omdat deze menselijke soort ‘intelligentie’ begon te vertonen. De Anunaki waren bevreesd dat zij de bevolkingsgroei van de ‘Adama’ niet langer onder controle zouden kunnen houden en onder de invloed van de Anunaki zouden ‘ontsnappen’ of het intelligentieniveau van de Anunaki zouden bereiken. Dat zag men niet zitten toen. Daarom besloten de meer behoudende leiders dat de nieuwe mensensoort weer moest verdwijnen. En of zij nu de ‘Grote Vloed’ hebben veroorzaakt, door het IJs te laten smelten of wisten dat deze vloed aanstaande was, is niet duidelijk, maar zij lieten het gebeuren en door deze overstroming de nieuwe Adama mens weer uitroeien. Ware het niet dat één van de Anunaki (mogelijk ENKI zelf, omdat hij zelf deze mens had gemaakt) daar bezwaar tegen had en in het geheim contact op nam met de ‘mens’ met de naam ‘Babishkin’ (volgens gevonden oude Sumerische teksten, die 4000 jaar ouder zijn dan de eerste Bijbelse teksten), ook Utnapishtin genoemd en waarschuwde deze voor de komende ramp. Dee Anunaki gaf het advies om een grote boot te bouwen om zijn familie en naasten in veiligheid te brengen. Hij vertelde hoe hij dit moest doen, gaf hem de maten op en legde uit hoe het schip waterdicht te maken.
Eigenlijk identiek aan het Bijbelse verhaal, met dit verschil de Sumerische naam Babishkin tegenover de Bijbelse naam ‘Noach’. En er is nog een verschil met het toch wat onlogische, kinderlijke verhaal van de Bijbel, waar we zien ‘hoe van alle dieren twee moesten worden meegenomen … Maar de vraag rijst natuurlijk; ‘hoe ging dat in de realiteit, waar weken of maanden op dat schip, met de Leeuwen, de Tijgers, de Beren e.d. met daar tegenover de Herten, de Schapen en de Runderen…. Al het voedsel dat nodig was en niet te vergeten de ‘mest’, de ontlasting’. Nogal een onderneming voor een paar uitverkoren mensen ….
Aan de andere kant lezen we echter over de Anunaki, waarvan we nu weten dat zij gebruik maakten van DNA technieken, zeer waarschijnlijk dus ook van ‘donor zaad en eieren’ gebruik maakten. Zodanig dat Babishkin ‘het Zaad’ van ieder levend dier op zijn schip moest brengen. Dat geeft een heel ander en weer een meer logisch beeld van de hele situatie rondom de Ark! In plaats van vele, vele dieren aan boord van een notendopje, waren het nu containers met ‘maar enkele buisjes’ DNA monsters waarmee de aarde opnieuw kon worden bevolkt.
Deze ‘Grote Vloed’, in de Bijbel ‘de Zondvloed’ genoemd, is overigens weer een probleem op zich, want als wij tot nog toe altijd hebben gedaan, de ‘tijdrekening’ van de bijbel aanhouden, dan komen we uit op een periode van 2304 vóór Christus. Hetgeen betekent dat alle bekende ontdekte culturen in de laatste 4.285 jaar moeten worden ingepast. Met een gemiddelde culturele bloeitijd van 2000 jaar, komen de wetenschappers dus niet uit. (https://creation.com/the-date-of-noahs-flood). Zoekend op internet kom je daarom maar al te vaak tegen dat de Zondvloed alleen maar een ‘Mythologische’ functie heeft gehad om de mensheid bepaalde morele waarden bij te brengen … Dit heet helaas ook ‘wetenschap’. Maar aan de andere kant vinden Archeologen en Geologen wereldwijd (!) ‘marine’ afzettingen die wel degelijk wijzen op enorme waterverplaatsingen die samenvallen met het einde van de laatste ijstijd. We hoeven maar even te denken aan de ‘water erosie’ van de Egyptische Sfinx en de ontdekkingen van de ‘Marine’ onderzoeker/bioloog Robert Ballard (vinder van de Titanic) en zijn bevindingen over de Zwarte Zee.
De huidige wetenschap gaat er dus nog altijd van uit dat de eerste uitingen van menselijke ‘cultuur’ zijn ontstaan in Mesopotamië, rond de Eufraat en de Tigris, die natuurlijk hun oorsprong hebben in het zelfde gebied van Noord Irak – Turkije , vlakbij het Kaukasus gebergte, waar ook de berg ‘Ararat’ ligt, waar de Ark voor het eerst weer land trof.
Na de Grote Vloed kwamen de Anunaki weer terug vanuit hun ruimteschip en besloten die paar overlevende mensen nu meteen goed ‘op te voeden’ en hen te onderwijzen in landbouw, veeteelt, stedenbouw, het schrift, wetten, muziek en wiskunde. Precies dus dát wat wij leren als het ‘spontane’ ontstaan van de eerste cultuuruitingen van de Mensheid’. Opmerkelijk is dat de landbouw en cultuur zich niet vanuit de vlakke rivier gebieden verspreidde, maar vanuit de bergen omlaag naar de zee ! De archeologie toont dit ook onomstotelijk aan, wat weer pleit voor het verhaal van de Ark en de ‘Grote vloed’ waar eerst de hoogste droge gebieden bevolkt raakten en door het zakken van het water de mens naar de vlaktes trok.
Deze hele gedachten gang is logischer en chronologischer dan wat ‘wetenschappers ons proberen te doen geloven. Historici blijken helaas uiterst gevoelig en heel voorzichtig om aan deze nieuwe inzichten over de menselijke cultuur, jaartallen te koppelen. Omdat ik geen wetenschapper ben, kan ik deze ‘gedachten sprong’ wel straffeloos maken. Ik hoop dat niemand dat er zal vinden, want dan wordt dat wel, gebruik makend van officieel bestaand wetenschappelijk onderzoek, een soort quasi wetenschap van mijn kant, zoals ook Erich von Däniken dat ooit deed. (Niet dat ik hiermee pretendeer von Däniken ook maar te benaderen, maar meer om mijn ‘niet Academische beperking’ te onderstrepen.
Wat wij tussen de regels door lezen is dat de Sumeriërs zo’n 4000-5000 jaar eerder leefden dan de eerste Egyptische Farao en het eerste Egyptische Rijk. De Egyptenaren verwezen wel eens naar de duizenden jaren ‘oude culturen’. Dat terwijl wij de ouderdom en oorsprong van de Egyptische cultuur al nauwelijks meer kunnen bevatten. Zo’n 2.500-3000 jaar geleden. Tel daar nog eens minimaal 3,5 tot 4000 jaar Sumerische cultuur bij op en je komt al gauw in de buurt van de 10.000 jaar ! En dat is zo ongeveer het einde van de laatste grote IJstijd.
Een periode waarop veel historici zich baseerden als een tijd waarin de mensheid zich nog in het ‘stenen tijdperk’ bevond, in grotten leefde en vuistbijlen gebruikte. En we kunnen veel geloven van wat de ‘geleerden’ ons wijs maken, maar dat de mensheid zich van, 10.000 jaar geleden in een ‘relatief korte tijd’ van 2000-3000 jaar, ontwikkelde van een ‘half-aap’ tot een cultureel ontwikkeld wezen dat in staat was tot landbouw, veeteelt en andere vormen van beschaving? Dat wij vanuit grotten opeens in steden ging wonen en het schrift leerde ontwikkelen, hoogstaande wetten en moraal ontwikkelde en poëzie bedreef…, dat is toch echt iets te kort door de bocht.
Hierbij komt ook nog eens het onderzoek dat Robert DuVall en Graham Hankock al decennia lang uitvoeren in Egypte en daarbij tot de conclusie komen dat de Egyptische cultuur waarschijnlijk 2x zo oud is als momenteel wordt aangenomen en dat Egypte is ontstaan uit een nog veel oudere (onbekende) cultuur die teruggaat tot 10.500 jaar en die al de gigantische bouwwerken heeft opgericht. Dat concluderen zij onder meer uit de ‘verwering’ van de rotsbodem rondom de Sfinx. Deze blijkt in vroegere tijden namelijk enorm veel regenwater te moeten hebben verwerkt gezien de ‘verticale’ slijtage door regen. Dit in tegenstelling tot ‘horizontale’ zand-wind erosie. De Sfinx moet dan ook al zijn gemaakt vóór of rond 10.500 v. Christus.
Rond het einde van de IJstijd dus.
Door gebruik van computers kunnen er nu eenvoudig 3D beelden worden weergegeven van de sterrenhemel en de Zodiac van 10.500 jaar geleden. En wat zien wij? De Sfynx ligt er bij als een leeuw en kijkt naar het oosten, daar waar prcies 10.500 jaar geleden de zon boven de horizon kwam in ‘het sterrenbeeld Leeuw’! Een latere periode zou hebben gewezen naar het sterrenbeeld stier en dan is een relatie met de vorm van de leeuw ver te zoeken!
Als ‘de Mens’ in plaats van grotten en vuistbijlen, rond deze tijd al hoogstaande culturele, wiskundige, astronomische en bouwkundige technieken bezat, klopt ons hele geschiedenisbeeld eenvoudig niet en houden de ‘wetenschappers’ halsstarrig en tegen beter weten in vast aan een onjuiste voorstelling van de feiten.
We baseren nu ons rechtssysteem, militaire tactieken en ook bouwkunst nog grotendeels op de 2000 tot 4000 jaar oude Romeins- Griekse culturen. Maar dan hebben we het wel over 4000 Jaar ! Hoe veel meer tijd zullen deze relatief kleine culturen uit de oudheid wel niet nodig hebben gehad om zich te ontwikkelen?
En wat nog erger is, de huidige wetenschap leert de gehele wereldbevolking te geloven in deze foute aannames! Zij realiseren zich totaal niet dat hun redenaties als een krachtige rem werken op onze menselijke ontwikkeling, vooral omdat bepaalde ontdekkingen niet meer vallen in te passen in het huidige, te krappe, tijdssysteem, waardoor de vondsten dus maar helemaal niet meer worden genoemd, om lastige vragen te voorkomen.
Denk hierbij maar eens aan de ‘media stilte’ rond Göbekli Tepe in Turkije of de ondergrondse ‘akoestische’ ruimtes op Malta, die van onbestaanbare ouderdom blijken te zijn !
Dus toen ná de Grote Vloed, en na vele generaties en duizenden jaren van ‘herstel’ de bevolkingsaantallen weer langzamerhand terug waren op het oude niveau en er weer hele (konink-) ‘Rijken’ waren ontstaan, zoals het oude Sumerië, begonnen er ook weer handelscontacten te groeien met omringende volkeren, zoals bijvoorbeeld tussen de Sumeriërs en de Egyptenaren. Hoe ver de overige handelscontacten reikten is nog niet vastgesteld.
Zo arriveerden er met een van de eerste handelsmissies vanuit Sumerië in het toen nog jonge Egypte van de eerste Dynatsie. Die missie werd aangevoerd door een man die wij later leerden kennen als ‘Abraham’. De Bijbel zegt immers over Abraham dat hij uit Chaldea kwam, wat een oude aanduiding was voor het huidige Mesopotamië ofwel het oude Sumerië. Abraham was dus geen Jood, geen Arabier maar een Sumeriër! En hij bezat bepaalde (Anunaki) kennis die hij vervolgens meebracht naar het nog jonge Egypte. En wat zien wij in de geschiedenis gebeuren? Egypte komt vrij plotseling op als een grootse natie ! Wat de gewone geschiedenis ons opmerkelijk genoeg ook laat zien is dat deze eerste, oudste dynastiën, technologisch en moreel op een veel hoger niveau stonden dan de latere Egyptische koninkrijken.
Een andere vervelende eigenschap van de historici is dat zij al deze volkeren, zoals de ‘Chaldeën, Sumeriërs, Assyriërs, Babyloniërs, Akkadiërs, Sumeriërs en Egyptenaren, niet volkeren waren die zich zomaar in de loop der tijd spontaan ‘ontpopten’ als bloeiende culturen, maar elkaar simpelweg ‘opvolgden’ in de lijn van de tijd! De ‘kennis’ (oorspronkelijk afkomstig van de Annunaki) werd zeg maar ‘overgedragen’ van de ene cultuur naar de andere. En er zal behoorlijk wat eeuwen overgangsperiodes zijn geweest ook nog. Kennis over Sterrenkunde, erfelijkheid, elektriciteit, bouwkunde, irrigatie en landbouw maar ook over het maken van het poeder ‘goud’, dat de Anunaki ooit uit het zeewater wisten te winnen.
Onze huidige kennis van de Natuurkunde leert ons dat het waarschijnlijk niet ging om het gele pure goud als metaal, maar om het zogenaamde ‘Mono Atomair’ goud.
Omdat zogenaamde ‘wetenschappers’ de vrijheid missen om historische feiten opnieuw te rangschikken of te herzien omdat zij zich dienen te houden aan wat hun Universiteiten en ‘Professoren’ vóór hen hebben onderzocht en gepubliceerd. Of dat onderzoek nu correct was of volkomen de plank mis geslagen, ‘je valt je hoog geëerde voorgangers’ niet aan ! En zo is ‘studeren’ veelal het uit het hoofd leren van de publicaties van professoren om door diezelfde professoren je eigen onderzoek te laten goed of afkeuren. Waardoor heel veel onjuiste informatie van generatie op generatie wordt doorgegeven.
Met de stap van de Sumeriërs naar de Egyptenaren komen we terecht in ‘Bijbelse tijden’. Omdat dit onlosmakelijk is van het totaalbeeld dat ik hier wil presenteren, lijkt het mij dan ook zinvol om na Abraham ook Mozes te bespreken. Het meest opvallende moment in de eerste Dynastie is de Troonsbestijging van Achenaton, omdat diens levensloop een bijna exacte overeenkomst vertoont met het leven van Mozes. Je zou jezelf kunnen afvragen of het hier niet om één en dezelfde persoon gaat?
Even teruggrijpend op het ons bekende Bijbelse verhaal van Mozes waarbij de Farao uit angst voor een staatsgreep door de slaven, op zeker moment bepaalt “dat alle nieuw geboren Hebreeuwse slavenjongetjes vanaf dat moment gedood dienen te worden”.
(Door critici van de Bijbelse leer als een onlogische maatregel gezien die tot verder nadenken over de juistheid ervan oproept, want slaven werden juist beschouwd als een zeer kostbaar bezit! – Zou jij nu je nieuwe duurbetaalde auto met een voorhamer bewerken vanwege de luchtkwaliteit ? Nee – Zoiets is dit ook. Of zou een boer al zijn jonge kalveren doden ? Nee.).
Maar het verhaal vervolgt; … de baby Mozes wordt in een mandje gestopt en in de rivier gezet, welke hem wegvoert van het gevaar. De vindster, de dochter van de Farao, bracht het kind naar een zoogmoeder (wat uiteindelijk weer Mozes’ zijn eigen moeder blijkt te zijn!). Na een tijdje moest zij hem dus weer afstaan en werd hij daarna opgevoed aan het hof van de Farao. Echter door zijn prille Joodse opvoeding bij zijn moeder, leerde hij al over “de ene God”. Zo leert hij uiteindelijk het monotheïsme kennen, dit in tegenstelling tot andere Egyptenaren die nog volop meerdere goden vereren.
Als we dan kijken naar de Egyptische overleveringen, waar wij hem leren kennen als Achenaton, die in de boeken bekend staat onder de titel Amenhotep IV. Zijn vader Amenhotep III was een wrede en slechte Farao die niemand in zijn omgeving duldde die zijn troon kon bedreigen. Daarom vaardigde hij een wet uit; “dat als een van zijn vrouwen een zoon zou baren, dat dan dat kindje moest worden gedood”.
(Dit verhaal klinkt veel logischer als het voorgaande nietwaar? Hier wordt alleen een kind gedood dat een rechtstreekse bedreiging vormt en niet alle kinderen uit een populatie). De vrouw van de Farao kreeg toen een zoon, (de opvolger Amenhotep IV) die volgens de regel moest worden gedood. De Koningin wilde haar kind niet laten doden en liet hem in een mandje de rivier afzakken. De Koninklijke slaven vonden dit kindje en voedden het op. Omdat zij wisten dat hij een Farao kind was kreeg hij een elitaire opvoeding).
Na de dood van Amenhotep III werd Amenhotep IV erkend als de opvolger en koos hij de naam“Achenaton”, ‘aanbidder van de ‘ene (zon) god’.
Zijn eerste besluit was het zuiveren van de priesterklasse, wat toen waarschijnlijk ook het executeren van priesters inhield. Zoiets kost natuurlijk tijd en de priesters beraamden in de tijd die hen nog restte een staatsgreep. Het plan om de Farao ‘af te zetten’. (doden was onmogelijk, want de Farao was een godheid”, maar het volk kon hem wel verbannen !
Zo geschiedde. Achen-aton mocht zijn dienaren, volgelingen en slaven meenemen. Daaronder waren ook zijn pleegouders. Hiermee trokken de Joden weg uit Egypte. De Joden gebruikten voor hem de titel ‘Mozes’, wat zoveel betekent als ‘de aanspraak makende op de troon’. Mozes onderstreepte bij zijn volgelingen het recht om mee te nemen wat zij voor de reis nodig dachten te hebben. Dit kwam er op neer dat het een vrijbrief was om te plunderen. Zij namen dan ook praktisch alles mee wat niet vast zat, waaronder heel veel goud, zilver en edelstenen.
Zo trokken zij, zoals wij wellicht uit de Bijbel weten, 40 jaar lang door woeste en onherbergzame streken van Sinaï en Palestina en veroverden al doende de ene stads-staat na de andere en namen alles als oorlogsbuit. Slaven, goud, zilver, vee … alles. In deze 40 jaar hadden zij inmiddels zo een enorm vermogen aan goud en edelstenen vergaard, dat het nog nauwelijks viel te verplaatsen of te verdedigen. Ook verkregen zij veel oude overgeleverde kennis, via geroofde boekrollen, tabletten, priesters en geleerden die veel ‘Antieke’ kennis bevatten.
Een onderdeel van die kennis was de ‘oude Egyptische kennis’ die dat weer hadden verkregen van de Sumeriërs. Zoals natuurlijk de kennis over de ‘Mafuz’, oftewel het ‘Manna’, ‘het witte poeder van goud’. Dit poeder had dus zeer bijzondere eigenschappen die niet algemeen wordt erkend, onderkend of begrepen. Van het poeder zou ook ‘brood’ kunnen worden gebakken als een soort voedsel (het Manna). Dit Mono atomair ‘goud’-poeder zou een helende werking hebben op lichaam en geest, maar vooral de hersenfuncties. Of dit te vergelijken is met het Mafuz poeder is echter niet helemaal duidelijk.
Mozes was opgeleid in de Egyptische Mysteriescholen en hij kende de manier om dit poeder te vervaardigen. Dit kwam hem zeer van pas toen hij de 40 jaar in de wildernis rond trok en moeite had om zijn volgelingen te voeden. Tot op een vroege ochtend het hele kamp plotseling was bedekt met een dunne witte laag, als het ware een ‘korst’ van deze witte stof. De mensen vroegen aan Mozes (in oud Hebreeuws) ‘Manna’ ?, ‘Wat is het’ ? En Mozes antwoordde, ‘het komt van god uit de hemel’. Want het leek alsof het over nacht uit de lucht was komen vallen. De mensen verzamelden de stukken en maakten er een poeder van en maakten er broodjes van om te bakken en op te eten … Wie kent het verhaal niet?
Onze moderne kijk zegt; scheikundig gezien is het ; goud’ O.R.M.E. (Orbitally Rearranged Monoatomic Element(s,) dat voorkomt in Goud, Zilver, Platina, Paladium, Koper, Kobalt, Nikkel, Iridium, en nog een paar. Dit is waarschijnlijk het ‘goud’ waar de ‘Alchemisten’ sinds de vroege middeleeuwen naar op zoek waren om de ‘Hogere Kennis’ te verkrijgen, de ‘steen der Wijzen’, vanwege het effect dat ORME heeft op ons geestelijk functioneren. Om “Dichter bij God te geraken” zeg maar. De meer materialistisch ingestelde mens zag eerder het ‘gele’ goud als ultieme doel, maar daar ging het uiteindelijk niet om!
Toeval? In het Hebreeuws is ORME het woord voor ‘de Levensboom …
Nu kan ik wel drie pagina’s vol schrijven over wat ‘Mono Atomair goud’ dan wel is, maar dat moet je maar liever zelf verder uitzoeken. Op YouTube staan talloze verklaringen. Waardevol en onzinnig. Scheid zelf het kaf van het koren zou ik zeggen.
Zo blijkt er een interessante ontdekking met ‘brandstof cellen’ bestaan, waarin koolstof is verwerkt. De Koolstof begint zich chemisch te gedragen alsof het element Rhodium in de cel aanwezig is dit, terwijl er geen spoor van Rhodium in aanwezig is ! Er is hier dus iets nieuws en onbekends ‘magisch’ gaande op moleculair niveau dat wij nog niet begrijpen !
Een ander opmerkelijk en onbegrepen verschijnsel is, wanneer je een paar milligram goud neemt en dat zodanig verhit dat het verdampt, er een wit poeder overblijft. Als je dit poeder op een weegschaal legt blijkt deze ‘negatief’ uit te slaan ! Dus niet ‘Nul’, maar de schaal wordt lichter, alsof het poeder een ‘anti zwaartekracht’ werking bezit ! Dit is vastgesteld maar wordt wetenschappelijk nog niet begrepen en uiteraard onderzocht.
Nu was Mozes op de berg geweest en kreeg daar ‘van hoger hand’ de 10 geboden. Toen hij terug kwam in het kamp en zag dat zijn volgelingen uit het verzamelde goud een beeld van een Kalf hadden gemaakt dat zij begonnen te aanbidden, werd Mozes zo kwaad dat hij dat Kalf weer in het vuur vernietigde en het goud tot dit witte poeder maakte (waarvan hij dus de kennis bezat hoe dit moest worden gemaakt) en liet zijn mensen dit poeder opdrinken zodat hun ‘intelligentie’ zou toenemen.
Is dit verhaal ‘een verhaal’ of niet?
In 1904 vonden archeologen onder Sir William Petrie in de Sinaï woestijn op de berg Horeb (ook bekend als ‘de berg van Mozes’) de Ruïnes van gebouwen die werden geïdentificeerd als ‘smederijen’, waar zich, zoals hij in zijn rapport beschreef, onder vijzelsteen een fijn wit poeder bevond. Niet wetende wat dit was liet men dit destijds onberoerd en werd het door de wind weggeblazen.
Nu megen wij aannemen dat de Hebreeërs, na 40 jaar door de woestijn te hebben getrokken en hun oorlogsbuit te hebben meegezeuld hier uiteindelijk wel eens genoeg van hadden en besloten zich ergens te vestigen. Dus ontstond er ergens een nederzetting bovenop de ruïnes van een onbekende stad (het latere Jerusalem) waar een stenen Tempel werd gebouwd waarin alle schatten veilig konden worden opgeborgen. Dit werd wat wij nu kennen ‘de Tempel van Salomon’ welke een exacte kopie blijkt te zijn van de (meer dan 1000 jaar) oudere Sumerische tempel die aan hun god ‘Ninurta’ was gewijd.
En uit de Bijbelse overleveringen weten wij weer dat het heiligste der heiligen in deze tempel een kleine ‘nis’ of ruimte was waar de ‘Ark des Verbonds‘ werd bewaard (een vergulde kist met de geboden daarin)en ook de boekrollen, kleitabletten, stenen ‘iconen’ met afbeeldingen, met informatie van oer oude kennis daarop. (voor Chr. Was dit al ‘oer oude kennis’ dus!).
We moeten dit zien in de tijd dat de Romeinen Palestina veroverden en beslag legden op alle goud en andere schatten. Zij hadden de regel dat volkeren konden kiezen zich te verzetten of hun eigen cultuur en leiders mochten bewaren, zolang zij belastingen afdroegen aan Rome. De keuze voor de Hebree:ers of Israelieten was dus snel gemaakt, zij kozen voor de betalingen. Dit ging goed tot 66 na Christus, toen zij alsnog het Romeinse gezag niet langer accepteerden.
Zij wisten dus dat de Romeinen met een leger zouden oprukken en alles met geweld terug nemen, dus lieten zij, slim als zij waren, een groot deel van het goud en dergelijke in de tempel en verborgen alleen hun ‘Top stukken’ en de kennis over de oude wijsheden op een veilige plaats, niet in de tempel maar in een geheime ruimte onder de paardenstallen. Deze ruimten werden ook nog eens ‘verzgeld’ en gecamoufleerd achter een stenen muur en stucwerk. Geen Romein zou iets vermoeden als zij daar al ooit zouden doordringen. In 70 na Chr. Kwamen de Romeinen terug en namen Jerusalem in namen alle rijkdommen mee voor ‘Rome’.
Vervolgens verviel Rome en Namen de Gothen de rijkdommen van Rome mee, waaronder de schatten uit de tempel van Salomon. Dit goud kwam uiteindelijk in Zuid Frankrijk terecht in de vestingen in de streek ‘Langue D’oc’ aan de voet van de Pyreneeën.
Nu weten wij uit de geschreven geschiedenis dat veel Joodse vluchtelingen uit Palestina ook naar deze streek trokken (Er zijn zelfs aanwijzingen dat Maria zich daar vestigde) en zich onder de inheemse ‘Franken’ mengden waaruit later de bloedlijn der ‘Merovingen’ ontstond en waaruit later Frankrijk ontstond en daarmee ook Europa, dat hierdoor langzaam uit de ‘duistere tijden’ begon op te staan.
De Merovingen worden zelfs door sommigen gezien als de rechtmatige nakomelingen van ‘Koning der vissers’, Jezus. Onder invloed en in dispuut met de Rooms Katholieke kerk zijn hier grote delen van de geschiedenis op onjuiste wijze in de historie opgenomen. De Kerk nam hier de leiding op zich en sloot voor eeuwen lang iedere discussie hierover buiten. Het gaat helaas te ver om daar hier op in te gaan.
Degenen die zichzelf zagen als de werkelijke nakomelingen van de toenmalige Frankrijk binnentrekkende ‘Gothen’en beschikten over de schatten en ‘gestolen kennis’. Ook wisten zij van de achtergebleven schatten in Jerusalem in de stallen van de tempel van Salomon binnen het paleis van Herodes.
Een Merovingische geestelijke, Bernard of Clairvaux (St. Bernardus) zag zich als rechthebbende over deze schatten en meende daarom Jerusalem te moeten ‘verdedigen’ tegen de andere volkeren in Palestina. Hij was dan ook degene die opriep tot De Eerste Kruistocht, onder het mom van ‘Vrede en Democratie’ te brengen in het land van Israel. (waar horen wij dit nog meer?) Uiteindelijk waren zij alleen maar uit op het verkrijgen van de rest van de verborgen schatten waarvan alleen zij wisten dat die daar nog moesten zijn
In 1099 veroverden zij inderdaad Jeruzalem, waarna er 9 Edelen (Ridders)’ (allen afstammelingen van deze Katharen families) naar voren kwam en Abt Bernardus aanboden om ‘belangeloos’ een ‘leger’ te vormen om de ‘pelgrims’ te beschermen die op weg naar Jerusalem en het heilige landgingen. (deze ridders hadden natuurlijk als ultieme doel de resterende schatten te bemachtigen). De Bernardus stemde daarmee in op voorwaarde dat dit een goddelijke roeping moest lijken en dat zij geen giften hiervoor mochten aannemen en schonk hen daarna de naam van ‘De Arme Ridders van de Tempel’, kortweg ‘Tempeliers’ genaamd.
Dit hele verhaal was uiteraard om de kostbare missie ‘te verkopen’ aan de Europese bevolkin, om zodoende voldoende mankracht te genereren om Jerusalem te bevrijden uit handen van de Moslims.
Spoedig vormden zij een machtige militaire orde binnen de gewone legers van de Kruisridders, die zich maar terzijde bekommerde om het welbevinden van de troepen en meer geïnteresseerd waren in het (laten) graven onder en rondom de tempel van Salomon. (Dit moet echter ook weer worden genuanceerd, omdat de Tempeliers wel degelijk ook zorg droegen voor onderdak en verzorging van de kruisvaarders. Denk aan de Kastelen op Malta en Libanon, waar gewonden werden verzorgd en waardoor zijbekendheid kregen als de ‘Kruisridders’. Zij droegen een rood kruis als ‘wapen’ op hun kleding en schilden. (waaruit later dus ons ‘Rode Kruis’ is ontstaan.
Het is hen toen ook blijkbaar ook gelukt om deze schatten te vinden en zij namen alles mee naar hun thuisland in de Langeue D’oc en verborgen alles in een grottencomplex. Dit complex is zeer waarschijnlijk de ‘Mont Segur’ bij het plaatsje ‘Rennes le Chateau’.
Deze Catharen waren wijze leiders en zij zagen al snel in dat de geconcentreerde verzameling van kennis en rijkdom tot uiteindelijke vernietiging zou kunnen leiden. Daarom kozen zij er voor om deze kennis te verspreiden over de Europese bevolkingscentra in de vorm van ‘Gilden’ van ‘Metselaars’. Dit kwam weer omdat de Roomse kerk alleen Gildeleden toestond om zich vrij door Europa te bewegen en te vestigen omdat zij van zulk belang waren bij de bouw van alle grote kathedralen. (Kathe-draal=Kathar).
Bedenk dat voor de Kruistochten de Europese bouwwerken, meestal kastelen, slechts bestonden uit een in ‘Romeinse stijl’ gebouwde vierkante ‘stapel stenen’, terwijl ná de Kruistochten Europa ineens op bloeide door de bouw van de prachtige Kathedralen als in Parijs, Reims, Dresden en Keulen met hun enorme, rijk versierde glas-in-lood vensters, torens en bogen. Dit is de tijd waarin het eerste Gilde der ‘Vrij Metselaars’ zich manifesteerde. Over geheime kennis gesproken, sommige glas in lood ramen zijn na al die honderden jaren, bijvoorbeeld nog net zo helder en kleurvast, dat zelfs de moderne wetenschap niet kan verklaren hoe zij deze kwaliteit bereikten. Dit komt blijkbaar omdat zij door hun geheimhouding in allerlei ‘Orden’ en ‘Gildes’ in staat waren gebleken om de restanten, van de bijna vergeten kennis en afkomst der Anunaki, te bewaren.
Zo zien wij ook, als we er tenminste oog voor hebben, de gelijkenis of overeenkomsten tussen de oud Egyptische ‘goden verhalen’ en onze eigentijdse ‘goden verhalen’ van Isis en ‘de Zwarte Madonna’ (de vrouw van de beroemde Koning Salomon, een ‘zeer wijs en zeer rijk’ heerser van de Joodse volkeren).
Na het einde van de Middeleeuwen, waarin alles wat niet voldeed aan de normen van de Katholieke kerk, werd onderdrukt door de inquisitie en ‘kennis’ ‘ondergronds’ werd doorgegeven binnen geheime genootschappen en ‘gilde ordes’ (denk aan de Rozenkruisers en ‘de Heren van de Zwarte Steen’ of de ‘Priorij van Sion’) maar vooral ook door wat wij nu aanduiden als de ‘Alchemisten’ (die volgens de overleveringen ‘Goud uit Lood’ probeerden te maken of om het ‘Levenselixer’ te vervaardigen. (denk nog even terug aan de genoemde eigenschappen van het ‘Manna’ der Israeliten).
Door de eeuwenlange overleveringen zijn er onvermijdelijk hiaten ontstaan in deze kennis, want de alchemisten wisten niet exact meer hoe het gedaan moest worden en waren dus naarstig op zoek naar de oplossing. Een 17e eeuwse Alchemist (Thomas Vaughn) schreef: “Onze steen is niet meer dan ‘de steen der wijzen’ – de heilige Graal – Goud verwerkt tot de hoogste graad van zuiverheid en subtiele destillatie …. ‘tot een zeer fijn poeder” !
Dus kunnen we gevoeglijk vaststellen dat er toch nog ergens kennis bestond over het nut en het bereiden van het Mono Atomaire poeder, al wist men toen vrijwel zeker niet wat men in handen had.
Dit leidt ons inmiddels in de laat 18e eeuw weer naar streek rondom Rennes le Chateau waar een arme pater, beheerder van het kerkje aldaar, genaamd vader Bérenger Saunière, een bescheiden lening ontving voor een restauratie aan het vervallen kerkje. Tijdens de restauratie aan het kleine kerkje (dat is gewijd aan Maria Magdalena) deed Sauntière in een holte in het altaar een vondst van oude ‘Perkamenten’ met daarop kaarten en teksten in een geheime taal of code. (Hieronder een impressie; niet het origineel !)
Saunière ging hiermee naar Parijs en kwam enige tijd later terug als een zeer gefortuneerd man. Niemand begreep wat er was gebeurd. De pater vertelde later alleen aan zijn huishoudster wat hij had gevonden en verzocht haar om na zijn dood te onthullen wat zijn ontdekking was. Maar de vrouw overleed zelf voordat zij kon openbaren wat er was gevonden.
Op een of andere wijze is echter toch duidelijk geworden wat de pater had gevonden. Er doken namelijk bepaalde kopieën op van de eerder genoemde perkamenten, want er werd vastgesteld dat het perkament niet oud was, maar dat de teksten verwezen naar ‘verloren gewaande’ kerkelijke code.
Ook had de pater of abt een (kopie) van een schilderij van een ‘Grieks’ landschap mee, gemaakt door de schilder Nicolas Poussin.
Het werk heeft een mysterieuze Latijnse titel (Et in arcadia ego) die op verschillende wijzen kan worden uitgelegd. Het is (bewust) foutief Latijn en zegt zoiets als “zelfs in de dood ben ik daar”, maar kan ook worden vertaald als: “Kijk! Ik verberg de geheimen van God”.
Hoe Poussin aan dergelijke informatie kwam wijkt weer te ver af van de rode draad die ik hier toch nog probeer aan te houden, al kost dat de nodige moeite. Want alles hangt met alles samen !
Kenners van de omgeving van Rennes l. Ch. denken bijvoorbeeld in de achtergrond de bergen te herkennen rondom het stadje.
Klap op de vuurpijl is, dat de ontcijferde perkamenten blijken te wijzen op de aankomst van Maria Magdalena in Frankrijk nadat zij na de dood van Jezus naar Gallië was uitgeweken.
Een aardige illustratie hierbij is een anekdote van Jim Marrs, Amerikaans onderzoeker en schrijver over ‘het occulte’ dat hij eens in Rennes l. Ch. was, waar hij werd gewezen op een grot in de verte waarbij hem werd verteld “dat is de grot van Maria Magdalena”! Waarop Jim zou hebben gezegd “O, dat is mooi, dat ze hem naar haar hebben vernoemd”! En de man daarop kalm antwoordde en zei, “Nee, dat is waar zij heeft gewoond”.
Voor de bevolking ter plaatse is het een vaststaand historisch gegeven dat Maria daar heeft geleefd. Alleen de moderne westerse samenleving heeft hier om allerlei redenen haar (onzinnige) bedenkingen bij zoals die ook in de film “De Davici Code” naar voren komen. Een film die veel meer inhoud en geheime kennis bevat dan menigeen zich realiseert!
In de middeleeuwen zijn deze Ridder/metselaars gilden van de Tempeliers in ongenade gevallen bij de Katholieke kerk, waardoor zij gelijk met de Catharen werden uitgeroeid door de inquisitie. Pas in de periode na de middeleeuwen werden de overlevenden ge-her-groepeerd als de “Vrij Metselaars”.
Maar ondanks alle inspanningen om een bepaalde vorm van deze (geheime) kennis door te geven is de mensheid inmiddels het grootste deel van de geheime kennis verloren gegaan. Daarvoor hoeven we maar naar voorbeelden te zoeken en onszelf vragen te stellen als; ‘wat zie ik hier, waar kijk ik eigenlijk naar’ ? en ‘wat is hier in feite over bekend en wat niet’?
Ik heb ‘geheime’ tussen haakjes gezet om de vraag te benadrukken of “geheim” wel het juiste woord is. Want in een wereld waar onderdrukking heerst houd je je mond over normale zaken en praat je alleen nog maar met de mensen die je kent en vertrouwd. In die zin is de kennis geheim, maar niet om de kennis op zich, waarbij het meer om het begrijpen gaat. Iemand die niet is ‘ingewijd in de kennis mag het gerust weten, want begrijpen zal hij het niet zonder de bijbehorende ‘inwijdingslessen’.
Laten we als voorbeeld eens “De Ark des Verbonds” nader bekijken. Op oude afbeeldingen zien we steevast dat in processies de Ark door slechts 4 mannen wordt gedragen.
Wat wij er uit overlevering uit de Bijbel weten, die wij voor zo veel andere zaken als correcte bron hanteren, is dat deze ‘Ark’ een houten kist moet zijn geweest met een massief gouden deksel en daarop twee engelen (cherubijnen) figuren van Puur goud. De deksel was bijna 10 cm dik massief goud en de kist zelf was nog eens dik belegd met bladgoud. Het geheel moet meet dan een Ton hebben gewogen ! Dat kan eenvoudig weg niet worden gedragen door 4 man ! Om precies te zijn 1.231 Kilo. Wij weten dus niet wat wij zien als wij naar de afbeeldingen kijken. Toch kijken wij gedachteloos naar dit soort afbeeldingen maar vragen ons nooit af, “klopt dit wel” ? of hangen we het op aan een ‘daad van God’ waardoor dit wel kan …..? ja, ja …
Tegenwoordig wordt er steeds meer vanuit gegaan dat met de Komst van Maria naar Europa, óók vele rijkdommen en schatten zijn meegekomen. Daaronder zouden o.a. zijn geweest “De Ark des Verbonds” en “De Speer van het Lot”, die samen met de andere goudschatten werden verborgen in de grotten onder de ‘onneembare’ burcht van Mont Ségur.
Er zijn de afgelopen eeuwen ontelbare pogingen ondernomen om deze schatten te vinden, maar zover (officieel) bekend, is dit nooit gelukt. Één van de verhalen is dat de Nazi’s een (succesvolle?) poging zouden hebben gedaan na onderzoekingen van de geschiedkundige Otto Rahn. Avonturen die op zichzelf al een nadere studie waard zijn. (Hierover elders meer).
De Ark des Verbonds
Wat werd er in de kist vervoerd? Juist, restanten van het ‘Manna’, ‘het witte poeder’….
De kist zat er vol mee! En wat hadden we ook alweer eerder gezien op de weegschaal? Een gewichtsreductie van ruim 40%. Wat zou kunnen betekenen dat de kist bijna zelfstandig zou ‘zweven’ en dat de mannen hem alleen maar hoefden bij te sturen! “pre-historische techniek”.
‘Supergeleiding’ werkt, dat is in de laboratoria aangetoond. 40 tot 90% reductie werd in de laboratoria bereikt.
Was “De Ark” een laag frequente Superconductor die in staat was om een ‘Meissner veld’ Op te wekken dat een magnetisch zwaartekracht veld kan opheffen (neutraliseren)?
Op dit punt aangekomen is de cirkel bijna rond en kunnen wij met onze moderne kennis zien en begrijpen wat er in de Sumerische tijden heeft plaatsgevonden. Nog even en dan zijn WIJ zelf de ruimtereizigers die de Anunaki meer dan 20.000 jaar geleden ook waren.
We kunnen ook kijken naar Gilgamesh die met zijn buitenaardse vriend Enkidu heeft geprobeerd om de oude ‘goden’ te vinden ‘om het geheim van de onsterfelijkheid te keren kennen’. Een exotische techniek die wij nu nog altijd niet hebben leren toepassen.
Dit verhaal werd daarom tot voor kort als Mythologisch beschouwd.
Echter, door recente ontdekkingen met de nieuwste vormen van grond penetrerende radarheeft men iets gevonden waarvan men het vermoeden heeft dat dit de graftombe zou kunnen zijn van Gilamesh. Deze bevindt zich in Irak op de bodem van de rivier de Tigris.
Gedurende de tijd dat Saddam Hussein aan de macht was, begon hij met de bouw van een replica van de stad Babylon. Op een of andere manier had hin bepaalde kennis verkregen over de bijzondere krachten waarover Nebucadnezar zou hebben beschikt. Deze krachten hebben hem destijds blijkbaar zeer sterk aangetrokken en hij zag zich als heerser als de rechthebbende eigenaar voor deze krachten.
Maar wat was er dan zo bijzonder aan die krachten waarover Nebucadnezar zou hebben beschikt? Deze vorst of heerser liet een gebouw uit puur goud optrekken. (In de Bijbel worden zelfs de exacte afmetingen genoemd) Hij was op de een of andere manier in staat om hiermee een soort ‘Energie veld’ op te wekken, want iedere keer als er priesters naar binnen gingen stierven zij. Totdat zijn priesters ‘op’ waren.
Uit onmacht wendde hij zich toen tot 3 Joodse priesters en beval hen ‘dit probleem op te lossen’. De Joodse priesters weigerden in eerste instantie en zeiden dat hij hun koning niet was en niet eens in hun god geloofde. Waarna de koning dreigde hen er met geweld naar binnen te laten werpen om te sterven, als zij niet zouden meewerken.
Dit veranderde de houding van de priesters en zij kleedden zich daarna in hun rituele kleding van ‘mantels en hoofdbedekking en gordels’.
Het is opmerkelijk dat deze details werden genoteerd in de bijbel, het had net zo goed weg gelaten kunnen worden, tenzij er hier, ook voor die tijd, iets bijzonders had plaatsgevonden.
Maar wat hadden deze mannen aangetrokken? Waren het een soort ‘Stralings pakken’?
Terwijl de priesters daar binnen gingen hield Nebucadnezar zich op veilige afstand van het gebouw, maar informeerde zich blijkbaar omtrent het lot van de priesters. “Zijn ze naar binnen”? vroeg hij. “Ja, o koning, zij zijn naar binnen”! Na enige tijd vroeg hij “Leven ze nog”? “Ja, o koning, ze leven nog, maar wij zien er nu 4 daarbinnen”! “Wat”? “wie kan dat nu zijn”? Het antwoord volgde, “O, heer, het is de zoon van god …. “!
Nebucadnezar had een ‘energie veld’ laten ontstaan, in feite een ‘Stargate’! Of deze waarneming correct was en hoe dit verder afliep blijkt van minder belang te zijn geweest dan de details over de speciale kleding, maar goed …., helaas zegt de Bijbel hier verder niets over.
Zo kunnen wij deze geschiedenis nu ook lezen met onze huidige technische kennis.
Wat wij wel weten is dat de koning zo onder de indruk was van de priesters (Shadrag, Meshach en Abednego) dat hij hen het bestuur over Babylon toevertrouwde.
Er wordt nu vermoed dat Saddam Hussein bezig was om iets soortgelijks te ontwerpen.
Waar we het dus in feite over hebben, is ‘toegang verkrijgen van futuristische technologie’ door kennis uit de geschiedenis.
We weten allemaal nog wel dat Amerika Irak binnenviel op zoek naar de ‘Massa Vernietigings Wapens’. Nu weten we ook dat zij nooit iets hebben gevonden.
Laat ik je hier vertellen dat ze wel degelijk iets hebben gevonden. Alleen is dat niet waar wij aan (kunnen) denken! Het waren dus geen Kernwapens, Chemische wapens of Biologische wapens …. Nee….., niets van dat alles.
Wat zij overigens wel deden was het overtreden van het ‘Internationaal Oorlogsrecht’ en de Militaire strategie, die zoveel zegt als “dat je een deel of het geheel van een land verovert, het bezet houdt en dan je overwinning consolideert en dan een volgend doel stelt”.
En dat is niet wat de Amerikanen deden. Zij consolideerden de havenstad Basra en gingen daarna rechtdoor naar Bagdad, lieten de flanken onbeschermd, de woestijn lag wijd open met nog gewaapende vijand en al (wat nu de reden is dat er daar nu nog altijd problemen zijn (met ISIS). Maar wat gebeurde er dan in Bagdad?
Wel, niet verder vertellen, maar het Nationale Museum van de stad werd daarna vakkundig geplunderd!
In 1999, 2000 en 2001 Hadden namelijk Franse en Duitse archeologen ‘Verbazingwekkende’ nieuwe ontdekkingen gedaan in de oude Sumerische steden Uruk en Ur. En deze vondsten waren naar het nationale museum gebracht om te worden schoongemaakt, geregistreerd en gefotografeerd. Dit soort werk vindt meestal plaats in de kelder.
De Amerikanen hadden tijdens de oorlog museum directies over de hele wereld toegezegd dat zij het museum zouden beschermen tegen plunderingen.
Maar uit het museum verdwenen zonder 1 arrestatie of 1 gelost schot 170.000 waardevolle en onvervangbare stukken uit de vroegste menselijke geschiedenis. Veel is later teruggevonden op zwarte markten, veilingen en bij handelaren en zijn later in beslag genomen en terugbezorgd. Deze roof gebeurde dus pal onder het toeziend oog van de Amerikanen, die ondanks hun aanwezigheid ter plaatse niet ingrepen. Waar zij wel ingrepen was de bewaking van het ministerie van Olie.
Later verklaarde Kolonel Matthew Bogdano, hoofd van de ‘Joint Interagency Coordination Group’ over de plunderingen in het museum; “de Kelder was, wat wij noemen ‘een inside Job’ en ik zal dit als een mantra blijven herhalen; ‘het is voor mij onbegrijpelijk dat de kelder is open gebroken en leeg geroofd zonder de nadrukkelijke kennis van het museum. Er zijn alleen al daar uit 10.000 items gestolen. Wij hebben ongeveer 650 stukken kunnen veilig stellen”. (jan/feb. 2004).
En dat is nu juist waar zij zelf op uit waren; de technologie (oude kennis) voor “de pre-historische Massa Vernietigingswapens”.
© Frank van den Kommer 2017